Monarchie – toelichting & bibliografische notitie
27 Oct 2010
Toelichting
- Democratie staat in een moeilijke relatie tot monarchie.
- Dat iemand uit een bepaald geslacht door erfopvolging in een democratisch land staatshoofd is en deel van de regering uitmaakt, wringt.
- De meerderheid van de Nederlanders is voor handhaving van de huidige constitutionele monarchie in het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba). Een beduidend percentage is tegen, is republikein.
- Het huidige Nederlandse koningshuis is algemeen geliefd. Maar populariteit is geen voldoende basis van de monarchie.
- Het Nederlandse koningshuis was met name tijdens de Tweede Wereldoorlog functioneel.
- De huidige gedachtenontwikeling rond een modern koningschap in Nederland gaat in de richting van een persoon die – geen deel uitmakend van de gekozen regering – symbool is van de nationale eenheid, staat voor universele en nationale waarden, een diep historische band met de Nederlanden heeft, boven de partijen staat, meeleeft met het wel en wee van de Nederlanders, samenbindt, omarmd wordt door de Nederlanders, de Nederlanden representeert in binnen- en buitenland. Men spreekt hierbij in termen van moreel, emotioneel en ceremonieel koningschap.
- De traditionele symbolen van het koningschap, namelijk kroon, troon, scepter, vlag, schild en wapenspreuk, dienen in een modern koningschap niet te staan voor uitoefening van macht, maar voor handhaving van universele en nationale waarden, van grondrechten en grondplichten..
- Benoeming van de koning voor het leven door de volksvertegenwoordiging komt tegemoet aan de bezwaren tegen de monarchie in de democratie.
- In de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1983) en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954) staan gedetailleerd veel door de koning uit te voeren taken vermeld, terwijl de functieomschrijving en de rechtvaardiging van het koningschap ontbreken. In de Nieuwe Nederlandse Grondwet, dat een basisstuk is over hoofdzaken, dient hierin verandering te brengen. Veel van de bestaande bepalingen dienen overgeheveld te worden naar de gewone wetgeving.
- In de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1983) staat in artikel 42 dat de regering wordt gevormd door de koning en de ministers. In het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954) staat in artikel 2 dat de koning de regering voert van het Koninkrijk en van elk der landen (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba). Beide, onderling verschillende bepalingen zijn aan herziening toe.
Bibliografische notitie
- In de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1983) is in hoofdstuk 2 ‘Regering’ een aparte paragraaf 1, getiteld: ‘Koning’, gewijd aan het koningschap. Deze paragraaf bestaat uit 18 artikelen (de artikelen 24 tot en met 41). Vooral praktische zaken zijn hier aan de orde, zoals de erfelijke vervulling en opvolging, de beëdiging en inhuldiging, de minimumleeftijd van de koning, de voogdij over de minderjarige koning, de tijdelijke onderbreking van het koninklijk gezag, het regentschap, de tijdelijke uitoefening van het koninklijk gezag door de Raad van State, de bepaling wie lid zijn van het koninklijk huis, de betaling van de koning, de vrijheid van belastingen voor de koning, de inrichting van het huis van de koning. In paragraaf 2 ‘Koning en ministers’ van dat hoofdstuk 2 (de artikelen 42 tot en met 49) staat: dat de regering wordt gevormd door de koning en de ministers, dat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn; dat alle wetten en koninklijke besluiten mede door de koning worden ondertekend; dat bij koninklijk besluit de minister-president, de overige ministers, de staatssecretarissen worden benoemd en ontslagen, ministeries worden ingesteld; dat de ministers en staatssecretarissen bij de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de koning een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering afleggen en trouw zweren of trouw beloven aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt. / In hoofdstuk 3 ‘Staten-Generaal’ staat in artikel 64 dat bij Koninklijk besluit de Tweede en de Eerste Kamer worden ontbonden en in artikel 65 dat jaarlijks op de derde dag van september door of namens de koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid wordt gegeven. / In hoofdstuk 4 ‘Raad van State, Algemene Rekenkamer en Vaste Colleges van Advies’ staat in artikel 74 dat de koning voorzitter is van de Raad van State, de vermoedelijke opvolger van de koning na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar zitting heeft in de Raad en andere leden van het koninklijk huis er zitting in kunnen hebben. Voorts staat in dit hoofdstuk dat de leden van de Raad van State en de leden van de Algemene Rekenkamer bij koninklijk besluit worden benoemd (artikelen 74 en 77). In artikel 80 staat dat adviezen van de Vaste Colleges van Advies over wetsvoorstellen, die door of vanwege de koning worden ingediend, aan de Staten-Generaal worden overlegd. / In hoofdstuk 5 ‘Wetgeving en Bestuur’ staat in artikel 82 dat wetsvoorstellen kunnen worden ingediend door of vanwege de koning. In artikel 87 staat dat een wetsvoorstel wet wordt, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de koning is bekrachtigd en dat de koning en de Staten-Generaal elkaar op de hoogte houden van hun besluit omtrent elk wetsvoorstel. In artikel 89 staat dat algemene maatregelen van bestuur bij koninklijk besluit worden vastgesteld. / In hoofdstuk 6 ‘Rechtspraak’ staat in artikel 119 dat de opdracht tot vervolging van de leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen wegens ambtsmisdrijven wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer. In artikel 122 staat dat gratie wordt verleend bij koninklijk besluit. / In hoofdstuk 7 ‘Provincies, Gemeenten, Waterschappen en andere Openbare Lichamen’ staat in artikel 131 dat de commissarissen van de koning en de burgemeesters bij koninklijk besluit worden benoemd. In artikel 132 staat dat vernietiging van besluiten van besturen van provincies en gemeenten wegens strijd met de wet of het algemeen belang alleen bij koninklijk besluit kan geschieden. In artikel 136 staat dat de geschillen tussen openbare lichamen bij koninklijk besluit kunnen worden beslist. / In hoofdstuk 8 ‘Herziening van de Grondwet’ staat in artikel 137 dat een voorstel tot een verandering in de Grondwet door of vanwege de koning kan worden ingediend bij de Tweede Kamer. In artikel 138 staat dat de aangenomen veranderingen van de Grondwet door de koning worden bekrachtigd. In artikel 141 staat de tekst van de herziene Grondwet bij koninklijk besluit wordt bekend gemaakt.
- Al het hierboven staande staat – goeddeels in dezelfde bewoordingen en anders gerangschikt – in Een Nederlandse Ontwerp-Grondwet (2006) van Jan Willem Sap. In dit ontwerp staat bovendien in artikel 6 dat Nederland een constitutionele monarchie is met een parlementair stelsel en dat de koning staatshoofd is. In artikel 100 staat dat de koning geen andere macht heeft dan die welke bij de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen.
- In ‘Proeve van een Grondwet’ (2008) van prof. mr. C.A.J.M.Kortmann staat in artikel 4 dat Nederland een koninkrijk is, dat het koningschap vererft dan wel in buitengewone omstandigheden op andere wijze overgaat en dat bij organieke wet de geldelijke voorzieningen voor de Koning en de waarneming van het koningschap in buitengewone omstandigheden worden geregeld. Verder staan over het koninkrijk en het koningschap geen bepalingen in deze proeve. In de paragraaf ‘De regering’ staat in artikel 12 dat de regering bestaat uit de minister-president en de overige ministers. De koning wordt hier niet genoemd.
- In het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954), zijnde de rijkswet voor Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba, staat in artikel 1 dat de Kroon van het Koninkrijk erfelijk wordt gedragen door Hare Majesteit Juliana, Prinses van Oranje-Nassau en bij opvolging door Hare wettige opvolgers. In artikel 2 staat: dat de koning hoofd is van het Koninkrijk en de regering voert van het Koninkrijk en van elk der landen; dat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn; dat de koning in de Nederlandse Antillen en Aruba vertegenwoordigd is door de gouverneur; dat de koning de gouverneur benoemt en ontslaat. In artikel 4 staat dat de Koninklijke macht – in aangelegenheden van het Koninkrijk – wordt uitgeoefend door de koning. In artikel 7 staat dat de koning de ministers benoemt voor de raad van ministers van het Koninkrijk. In artikel 8 staat dat de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen en van Aruba, alvorens zijn betrekking te aanvaarden, een eed of belofte van trouw aflegt aan de koning en het statuut en dat dit gebeurt in handen van de koning, wanneer de gevolmachtigde minister in Nederland vertoeft. In artikel 15 staat dat de koning een ontwerp van rijkswet gelijktijdig met de indiening bij de Staten-Generaal aan de vertegenwoordigende lichamen van de Nederlandse Antillen en Aruba. In artikel 34 staat dat de koning ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid, in geval van oorlog of oorlogsgevaar of ingeval bedreiging of verstoring van de inwendige orde en rust kan leiden tot wezenlijke aantasting van belangen van het Koninkrijk, elk gedeelte van het grondgebied in staat van oorlog of in staat van beleg verklaren. In artikel 47 staat dat de ministers en de leden van het vertegenwoordigende lichaam in de landen (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba) een eed of belofte van trouw aan de koning en het statuut afleggen c.q. aan een vertegenwoordiger van de koning. In artikel 50 staat dat bepaalde wetgevende en bestuurlijke besluiten in de Nederlandse Antillen en Aruba door de koning als hoofd van het Koninkrijk bij gemotiveerd besluit geschorst en vernietigd kunnen worden. Voor Nederland dient hiervoor in de Grondwet te worden voorzien. In artikel 52 staat dat de landsverordening (staatsregeling van de Nederlandse Antillen en Aruba) aan de koning c.q. de gouverneur bevoegdheden kan toekennen met betrekking tot landsaangelegenheden.
- Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Monarchie_in_Nederland
Zend deze pagina door via e-mail