Defensie / Oorlog / Vrede – toelichting & bibliografische notitie

27 Oct 2010

  • Volgens het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (van Dale) is oorlog “strijd tussen twee of meer volkeren, vorsten of staten” . Van oorlog in figuurlijke zin is er bijvoorbeeld sprake bij vijandschap tussen twee personen of groepen van personen.
  • De website van het Ministerie van Defensie www.defensie.nl vermeldt dat defensie de volgende drie hoofdtaken heeft: a) verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba; b) bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit; c) ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.
  • De huidige Nederlandse Grondwet bevat uitsluitend bepalingen over oorlog in strikte zin, namelijk die tussen staten. Maar na de beëindiging van de Koude Oorlog in 1989 liggen de bedreigingen van Nederland niet in de eerste plaats meer bij vijandelijke staten, maar bij vijandelijke bewegingen, die mogelijk gebruik gaan maken van kernwapens. In de Nieuwe Nederlandse Grondwet dient deze gewijzigde situatie tot uitdrukking te worden gebracht.


Bibliografische notitie

  • In de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1983) staan in paragraaf ‘Overige bepalingen’ in Hoofdstuk 5 ‘Wetgeving en Bestuur’ zes artikelen die handelen over oorlog en uitzonderingstoestand, namelijk de artikelen 96 tot en met 103. Daarin worden onder meer de volgende onderwerpen aan de orde gesteld: de wijze van oorlogsverklaring en oorlogsbeëindiging; de dienstplicht; de vrijstelling van krijgsdienst wegens ernstige gewetensbezwaren; de bekostiging van het leger; de regeling van uitzonderingstoestand.
  • Hetzelfde als het bovenstaande staat letterlijk in Een Nederlandse Ontwerp-Grondwet (2006) van Jan Willem Sap in Titel VI (Krijgsmacht) en Titel VII (Staatsrechtelijk Noodrecht) in de artikelen 145 tot en met 151.
  • In ‘Proeve van een Grondwet’ (2008) van prof. mr. C.A.J.M.Kortmann bepaalt onder meer het volgende over defensie en uitzonderingstoestand: dat een organieke wet de goedkeuring door het parlement regelt van de inzet van de krijgsmacht en het instellen van een noodtoestand (artikel 10); dat de regering is belast met de verdediging (artikel 13); dat de organieke wet bepaalt in welke gevallen de regering een uitzonderingstoestand kan instellen (artikel 16).
  • In het Handvest van de Verenigde Naties (1945) staat in de Preambule dat de volken van de Verenigde Naties vastbesloten zijn verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede naburen, de krachten te bundelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid en geen wapengeweld te gebruiken behalve in het algemeen belang. In hoofdstuk I “Doelstellingen en beginselen” staat in artikel 2 dat alle Leden hun internationale geschillen langs vreedzame weg tot een oplossing brengen en dat zij zich onthouden van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de terrioriale integriteit of de politieke onanhankelijkheid van een staat. In hoofdstuk VI ‘Vreedzame regeling van geschillen’ staat in artikel 33 het volgende: “De partijen bij een geschil waarvan het voortbestaan de handhaving van de internationale vrede en veiligheid in gevaar dreigt te brengen, dienen daarvoor allereerst een oplossing te zoeken door onderhandelingen, feitenonderzoek, bemiddeling, conciliatie, arbitrage, een rechterlijke beslissing, het doen van een beroep op regionale organen of akkoorden, of andere vreedzame middelen naar hun eigen keuze”.
  • In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) staat in de preambule dat het van het grootste belang is om de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen.
  • In het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van de leden van de Raad van Europa (1950) staat dat het doel van de Raad van Europa het bereiken is van een grotere eenheid tussen zijn leden. In artikel 4 staat dat dienstplicht en vervangende dienstplicht niet vallen onder de verboden dwangarbeid.
  • In de Verklaring van de Rechten van het Kind (1959) staat in Beginsel 9 dat aan het kind in geen geval opgedragen of veroorloofd mag worden enige bezigheid of beroep uit te oefenen, die zijn gezondheid of opvoeding kan schaden of belemmerend werkt op zijn lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling.
  • In het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (1966) staat in artikel 20 dat alle oorlogspropaganda bij de wet wordt verboden en dat het propageren van op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aan zetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld bij de wet wordt verboden.
  • In het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (1966) staat in artikel 1 dat alle volken zelfbeschikkingsrecht bezitten en uit dien hoofde vrijelijk hun economische, sociale en culturele ontwikkeling nastreven.
  • In het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) staat in artikel 22 dat een kind, dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt. In artikel 29 staat dat het onderwijs aan het kind gegeven wordt in de geest van vriendschap tussen alle volken. In artikel 38 staat dat personen jongen dan vijftien jaar niet rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden. In artikel 42 staat dat kinderen op passende en doeltreffende wijze worden geïnformeerd over alle beginselen en bepalingen in het Verdrag inzake de Rechten van de Kind.
  • In het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (2000) staat in de preambule dat de volkeren van Europa besloten hebben door onderling een steeds hechter verbond te tot stand te brengen een op gemeenschappelijke waarden gegrondveste vreedzame toekomst te delen. In artikel 4 staat dat niemand onderworpen mag worden aan folteringen. In artikel 10 staat dat het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren wordt erkend. In artikel 18 staat dat het recht op asiel is gegarandeerd. In artikel 19 staat dat collectieve uitzetting is verboden en dat niemand mag worden verwijderd of uitgezet of uitgeleverd aan een staat, waarin onmenselijke toestanden heersen.
  • Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Defensie_van_Nederland
  • Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Oorlog
  • Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vrede
  • Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pacifisme

E-mail deze pagina

Aan:
Van:

Zend deze pagina door via e-mail

Omhoog
Terug naar boven